1958

De Rangeerders

Miel Cohen

Miel Cohen

Voor de organisatie van de Grote Carnavals Optocht deden de Tempeleers een beroep op “de club van Vijgen” om aan het rangeren van deze stoet mee te werken. Sjaak Vijgen meende echter pas ja te kunnen zeggen na consultatie van deken Jenneskens die beloofde de aangelegenheid met de bisschop te bespreken. Voor het eerst zouden de “rangeerders”, van de tot dan uitsluitend kerkelijke activiteiten, zich met zo iets profaans als de vastenavond gaan bezighouden…

Waarschijnlijk door de opkomst van het fenomeen “de Boonte Störrem” in de klassieke optocht hadden de Tempeleers in 1957 veel kritiek ontvangen over de vele “looker” (gaten, hiaten) tussen de verschillende groepen, hetgeen allesbehalve leuk was voor de toeschouwers.
De Tempeleers kwamen dus al gauw tot de conclusie dat de “Groete Optoch” voor prins Willy I Kaasenbrood speciale begeleiding nodig had van mensen die meer kijk hadden op het trekken van de optocht. In samenwerking met zijn vriend, de heer Miel (Emile) Cohen stelde Sjaak Vijgen op 4 februari 1958 een lijst van 13 man beschikbaar aan inspecteur Boesten van de Gemeente Politie die bereid waren mee te werken:
Gerard Balmakers, Mathieu Bastiaens, Frans Bernards*,
Jef Brouwers, Henk Bus, André van de Camp, Miel Cohen*,
Laur Crouzen, Rich Daenen, Gied Gabbano*, Pierre Herben,
Toon van Neer* en Sjaak Vijgen*.

(* maakten ook al deel uit van de Optochtcommisie van de Tempeleers)

Later wordt deze lijst aangevuld met nog eens 5 man waardoor het totale aantal op 18 kwam:
Bèr Essers, Herman Frantzen, Lou Haanen, Funs Thewissen en Leon Willems.

Vanaf deze periode kan Miel Cohen als grote motor achter deze groep mensen worden gezien. Later zal hij vele jaren als voorzitter de groep aansturen.

Lees verder op: 1970-heden: De Trekkers